Motorhometrip naar Zwitserland
De zomer van 2020 zal bij veel van ons de boeken ingaan als een zomer die anders verliep dan zo’n 6 maanden daarvoor gepland. Ook bij ons had het coronavirus flinke invloed op onze vakantieplannen. De plannen lagen namelijk klaar: naar de natuurparken van Canada. Een trip van Vancouver naar Calgary, op berenjacht, op zoek naar de blauwste meertjes van de wereld en meer natuurfenomenen. Maar het virus gooide dus roet in het eten. Een motorhometrip richting Zwitserland met de Adria Compact DL werd het alternatief dat Canada deed vergeten.
Na het nemen van dit besluit werden er, zoals we gewend zijn als vlieg- en autovakantiegangers, gedetailleerde routes uitgewerkt, inclusief interessante stops en overnachtingsmogelijkheden. Niet helemaal zoals de doorgewinterde camperaar het zou doen, maar toch. Ondanks de planning zaten we toch nog vol onzekerheden: hoeveel stops kunnen we maken in 2 weken? Hoeveel kilometer willen we per dag rijden met deze camper? Waar kunnen we overnachten? Waarom kan ik die camping niet reserveren?
Het loslaten van die planning was even wennen. Zeker omdat een paar dingen wél vast stonden: een aantal highlights van Zwitserland moésten afgevinkt worden. Hoewel Zwitserland nou niet echt als het meest campervriendelijke land bekend staat, namen we de gok en vertrokken we zuidwaarts.
Om onszelf als camperdebutanten de tijd te gunnen om even warm te lopen besloten we een tweetal tussenstops te maken in de Luxemburgse Ardennen en de Franse Vogezen. Er komt natuurlijk iets meer kijken bij het kamperen: plekje vragen, plekje zoeken, waterpas zetten, stroom aansluiten. En wat te denken van toiletten leegmaken en zorgen dat er altijd genoeg vers water en niet te veel grijs water (kampeerjargon is snel geleerd) is. In de Vogezen maakten we kennis met een eerste camperplaats. De vaste camperaars keken even op vanonder hun luifel, toen er vroeg in de middag een Adria Compact het terrein opdraaide met daarin camperaars jonger dan 30 jaar. Netjes op tijd om de laatste plek op deze populaire plek in Plainfaing te bemachtigen.
Maar zoals gezegd: de Vogezen waren niet de eindbestemming voor deze trip. De volgende ochtend 08.00 uur was het tijd om koers te zetten richting onze geplande bestemming. Met volle én lege tanks op naar Zwitserland! Op naar de eerste must-see plek: Lauterbrunnen. Een toeristisch dorpje in één van de valleien van de Jungfrau. De vallei bestaat bekend om zijn 72 watervallen die van de steile bergwanden naar beneden kletteren, ook nog hartje zomer.
We hadden ons best gedaan om een plekje te bemachtigen op één van de campings in deze vallei, maar troffen, ondanks of dankzij corona, de drukte op deze campings. Het was helaas niet mogelijk om langer dan één nacht in de adembenemende vallei te verblijven. We deden dit naar alle tevredenheid op Camping Rütti en stonden daar aan de voet van een aantal watervallen. Van de plaats moest die avond en ochtend maar genoten worden: het was eerst zaak om nog iets van de omgeving mee te pakken. Dankzij het tijdig vertrekken én dus ook tijdig arriveren stond de camper rond lunchtijd reeds waterpas, ideaal. Na de juiste Zwitserse elektrische adapter gevonden te hebben waren we rond het middaguur gereed om toch nog een flink dagdeel te omgeving te verkennen, aan de slag! Ruim voldoende om een aantal waterval highlights aan te tikken.
Deze omgeving smaakte naar meer, maar helaas; de campings in Lauterbrunnen hadden de komende tijd geen plek meer voor ons. Gelukkig zijn er nog voldoende andere plekken in de Jungfrau omgeving, dus waagden we een telefoontje naar camping Eigernordwand in Grindelwald, een half uurtje verderop. Een plek reserveren was geen optie, maar als we de volgende dag op tijd waren, zou dat zeker goedkomen. Zo gezegd, zo gedaan en zo stonden we de volgende dag aan de andere kant van de Eigerwand. Ook nu weer voldoende tijd om de omgeving te verkennen.
Na voor de tweede avond achtereen te zijn getroffen door fikse onweersbuien, besloten we die avond de reisplannen te evalueren. Verderop in de week stond een bezoek aan hét symbool van Zwitserland gepland: de Matterhorn. De hike rondom deze reus start op meer dan 3000 meter hoogte en dat wil je het liefst doen met een stralende blauwe lucht in plaats van mist. Juist dat was een kritisch puntje, omdat het weer de rest van de week verre van stabiel zou zijn. Tijd om de plannen om te gooien: vrijdag was dé dag met het perfecte Matterhorn-weer. Om vrijdag aan de voet deze berg te staan moest de geplande route om. Lang leve de flexibiliteit van het reizen met een camper. We besloten de volgende vallei te bezoeken en wel in Kandersteg. Dit is de plaats waar een autotrein jaarlijks vele motoren, auto’s en vrachtwagens via de Lötschbergtunnel naar het zuiden van Zwitserland brengt. Na een overnachting op Camping Rendez-Vous en een bezoek aan het helderblauwe Oeschinenmeer, stond ook voor ons een rit op deze autotrein op de planning. Bij aanvang een beetje spannend: gaan we dit, voor een debutant, toch best brede en hoge voertuig veilig en schadevrij op deze smalle treinwagons krijgen? Achteraf geen probleem en een krappe 20 minuten later stonden we aan de voet van Wallis, de Zwitserse provincie van onze bestemming: de Matterhorn.
De weersvoorspellingen lieten ons niet in de steek: zoals beloofd was het deze vrijdag stralend weer. De Gornergratbahn bracht ons naar 3.135 meter hoogte, waarna we begonnen aan de tocht te voet terug naar Zermatt. Absoluut letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van deze reis!
Na een dikke week met zo’n 60 Zwitserse hike kilometers achter de rug was het nu tijd voor ontspanning. We maakten een uitstapje naar Italië waar we 3 dagen verbleven aan het Lago di Maggiore. Hier was de impact van corona duidelijk te merken: Camping Village Conca D'Oro had voor ons een plekje bijna aan het water in petto op een verder vrij lege camping.
Na alle accu’s weer te hebben opgeladen was het tijd om de terugreis te gaan plannen. Met nog veel meer plannen om richting de Mont Blanc en de Franse Alpen te rijden, waren de twee weken al bijna voorbijgevlogen. Die ambities moeten we helaas bewaren voor de volgende trip.
De reis ging via de Zwitserse wegen terug richting Duitsland, maar niet voordat we de Adria nog eens wat uitdagingen hadden voorgeschoteld. Na een dikke 10 reisdagen voelden we ons camperdebutant-af, dus was het tijd voor Alpenpassen. We tikten de Simplonpas en Grimselpas aan. Prachtige vergezichten en mede dankzij de Fiat automaat ook zonder enige moeite te bedwingen. Geen enkel probleem!
Na de laatste tussenstop in het Zwitserse land, brachten we in Duitsland nog een bezoek aan het Zwarte Woud om er vervolgens voor te kiezen om de weg naar Nederland te zoeken.
Ruim 2.000 kilometer later parkeren we de Compact veilig op zijn thuisstation. Dat is ons als debutanten best goed afgegaan, al zeggen we het zelf. Wat waren onze oorspronkelijke vakantieplannen ook alweer? Wie heeft het nog over Canada? Dit avontuur is ons super goed bevallen en we staan te springen om de bestemmingen die we deze zomer niet hebben kunnen bezoeken, later tóch nog af te kunnen vinken.